veiligheidsnormen van speeltoestellen op het schoolplein
“Juf, er is een ongelukje gebeurd…” Ongelukjes zitten in een klein hoekje, zeker met spelende kinderen. Gelukkig blijft het meestal bij een pleister en een knuffel. En als school doe je er ook alles aan om erger te voorkomen. Voldoen aan alle veiligheidseisen voor de speeltoestellen op jouw schoolplein bijvoorbeeld. In dit artikel leggen we uit welke regels en wetten van toepassing zijn.
Sinds maart 1997 is het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen (Staatsbesluit 474) van toepassing. Hierin is vastgelegd dat speeltoestellen veilig geproduceerd en beheerd moeten worden. Het besluit is van toepassing op speeltoestellen die bestemd zijn voor publiek gebruik. Een school is verantwoordelijk voor het beheer van de speeltoestellen op het terrein van de school, tenzij je hierover andere afspraken hebt gemaakt met de gemeente. De school of de gemeente moet dus voldoen aan bovenstaande wet.
Wat vraagt deze wet dan precies van scholen? De volgende eisen staan in het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen:
-
Speeltoestellen die na maart 1997 geproduceerd zijn, moeten goedgekeurd zijn en voorzien zijn van een typekeurcertificaat.
-
Voor speeltoestellen die voor maart 1997 geproduceerd zijn, geldt dat jij als beheerder alles moet doen om deze toestellen veilig te houden of veilig te maken.
-
Per speeltoestel moet je een logboek bijhouden. Hierin staan naast de toestelgegevens ook data waarop inspecties, reparaties en ongelukken plaatsgevonden hebben. Bij een ongeluk waaruit aansprakelijkstelling volgt, zal de verzekeringsmaatschappij altijd nagaan of jij als beheerder adequaat gehandeld hebt. Als blijkt dat je ‘aantoonbaar in gebreke bent gebleven’, dan kan de school ‘nalatigheid in handelen’ verweten worden.
Richtlijnen soorten inspecties
Oke, je moet dus voldoen aan de wet. Maar welk soort inspecties moet je dan uitvoeren op de speeltoestellen op jouw schoolplein? Hieronder vind je de richtlijnen voor de verschillende soorten van inspecties volgens de Europese norm. De frequentie waarin alle inspecties plaatsvinden, is afhankelijk van de gebruiksintensiteit en de vervuilingsgraad.
Routinematige inspectie
-
Visuele inspectie op gebroken of losgeraakte onderdelen, vervuiling van toestel of ondergrond en vandalisme.
-
Frequentie: dagelijks tot wekelijks.
Functionele inspectie
-
Meer gedetailleerde inspectie waarbij o.a. gekeken wordt naar verbindingen, stabiliteit, beschadiging aan toplagen, roestvorming en de dikte van het bodemmateriaal.
-
Frequentie: maandelijks tot 1 keer per kwartaal.
Grote inspectie
-
Toestellen worden in hun totaliteit aan een grondige inspectie onderworpen conform EN 1176 en EN 1177.
-
Frequentie: 1 of 2 keer per jaar.
verantwoordelijkheid
De routinematige en de functionele inspectie, ook wel de zichtinspecties genoemd, moet jij als beheerder regelmatig zelf uitvoeren. Je kijkt dan naar de bevestigingspunten, stabiliteit van de constructie, splinters bij houten delen, scherpe randen en uitstekende delen.
De uitgebreide (grote) inspectie op basis van de EN 1176 en EN 1177 moet door een professioneel bedrijf uitgevoerd worden. Om de veiligheid te garanderen kunt je Nijha inschakelen voor jaarlijkse inspectie en onderhoud. De monteurs van Nijha bekijken alle toestellen heel grondig. Na afloop ontvang je als klant een inspectierapport. Daarin lees je de staat van het toestel en welk onderhoud en reparaties uitgevoerd moeten worden. Onze monteurs zijn allemaal gecertificeerd en ervaren.
Naast inspecties aan het speeltoestellen, doet Nijha ook inspecties aan het speellokaal, de sportinventaris en outdoor- en urbansports.